Tips voor het inspelen

2 maart 2018

Toonladders of ladderpatronen waren regelmatig te horen op de gangen op het conservatorium waar ik studeerde. Soms met een heerlijke klank die heel bewust werd gevormd; groter en kleiner gemaakt, dieper, kernachtiger, ronder, gestretcht in hoogte en laagte om zo overal de optimale resonantie en zuiverheid te bereiken.

Soms klonk het minder mooi, niet gefocust, niet ‘lekker’, maar routinematig. Dat ligt natuurlijk op de loer; je moet van jezelf of van je docent inspelen en voor je het weet sta je op de automatische piloot je riedeltjes af te draaien alvorens te beginnen aan het ‘echte werk’.

Ik zag een keer een masterclass van trompettist Wynton Marsalis waarbij aanraadde om altijd, wat je ook speelt, te doen alsof je op een podium voor een groot publiek staat. Niet om daar nu zenuwachtig van te worden, maar om altijd je best te doen om zo mooi mogelijk te spelen. Hij speelde vervolgens een simpele inspeeloefening; langzaam, geconcentreerd en met een prachtige klank. Ik heb dit onthouden en probeer sindsdien ook de simpelste oefening met intentie te spelen.

Ik hoop dat dit jou ook inspireert om van elke oefening die je speelt muziek te maken.

Een hele goede inspeeloefening is het spelen van toonladders; muziek is opgebouwd uit toonladders en zij geven je dus inzicht en gevoel voor de structuur van muziek. Dit is dus een mooie manier om muzikale en technische aspecten te oefenen.

Hieronder vier aspecten waarop je je kunt focussen tijdens het spelen van een toonladder (of toonladderpatroon):

Lees verder