Vind de docent die bij jou past: vijf tips!
Dit blog is voor diegene die een docent zoekt voor zijn of haar lessen op een instrument. Het is juni as we speak, de zomer is net begonnen. Misschien denk je na of je wel of niet door wilt gaan met saxofoon/gitaar/pianoles na de zomer. Ben je gemotiveerd genoeg? Haal je genoeg uit de lessen? Of misschien denk je erover om voor het eerst een instrument te gaan spelen: spannend, ga je het wel kunnen? Wat zal zo’n docent van jou vinden? Ben je wel muzikaal? Heb je talent?
Een misschien wel belangrijker vraag is: wat vind jij eigenlijk van de docent? En hoe kies je de juiste docent? Hierbij vijf zaken om in het oog en oor te houden:
1. ‘Ik houd van metal maar dat doe ik niet op les’. Denk niet alleen aan het leren spelen van een instrument maar ook wat voor stijl muziek je wilt leren spelen. Iedere muzikant/docent heeft namelijk zijn eigen specialisme en voorkeuren.
Op het conservatorium is er bijvoorbeeld een scheiding tussen de opleiding in licht en klassiek. Dit zijn eigenaardige benamingen voor enerzijds geïmproviseerde muziek zoals pop en jazz en anderzijds de geschreven muziek tussen pak hem beet 1600 en 2016, van Barok tot hedendaags gecomponeerd. Je kunt je voorstellen dat er binnen deze beide richtingen ook nog genoeg te specialiseren is!
Wil je dus gitaar leren spelen en denk je daarbij aan fijne akkoorden bij een kampvuur? Dan is een klassiek gitarist misschien niet de beste keuze om les van te nemen. Tenzij natuurlijk deze klassiek gitarist daar óók les in geeft. In een proefles of via de website kom je dat te weten.
Weet je nog niet wat je leuk vindt? Kies iemand die openstaat voor meerdere stijlen en jou kan helpen in het ontdekken hiervan.
2. ‘Zo wil ik ook leren spelen!’ Een docent is ook, of bovenal, muzikant. Sommige docenten spelen zelf niet meer maar zijn geweldige leraren, dat kan zeker. Maar kijk op internet of je opnames van je docent kunt beluisteren en of je hierdoor geraakt wordt. Er zijn verschillen in hoe je een instrument kunt spelen en hoe je muziek kunt benaderen. Het is dus fijn om een inspirerend rolmodel te hebben!
3. ‘Ik weet niet of ik genoeg talent heb dus ik kan niet veeleisend zijn’. Wees niet onzeker over je muzikaliteit en zoek een stimulerende docent. Iedereen is muzikaal maar op een andere manier. Misschien hoor je andere mensen mooier zingen of intelligente dingen zeggen over muziek die jij niet lijkt te horen. Dat geeft niet! Iedereen heeft zijn eigen manier van muziek maken en zijn eigen snelheid om vaardigheden eigen te maken. Een goede docent kan jou helpen met jouw specifieke ontwikkeling.
4. ‘Ik wil graag improviseren maar speel alleen muziek van blad’. Wees je ervan bewust dat je muziek op veel manieren kunt leren maken. Het hangt ervan af wat je graag wilt leren en wat bij je past, maar daarnaast ben ik ervan overtuigd dat het goed is om op les aandacht te besteden aan zowel uit het hoofd spelen, improviseren, solfège, techniek, samenspel en noten leren lezen. Dat zorgt voor een optimale muzikale ontwikkeling en laat je bovendien jouw specifieke muzikaliteit ontdekken. Soms zijn mensen heel slecht in noten lezen en heel goed in spelen op gehoor. Soms heeft iemand veel moeite met tellen maar is hij/zij melodisch heel sterk. Vergeet dus niet te checken welke methoden de betreffende docent gebruikt!
5. ‘Ik heb les van een professional’. Er zijn natuurlijk uitzonderingen maar: zoek alsjeblieft een docent met een diploma! Muziek maken is topsport voor de fijne motoriek en als je het verkeerd aanleert kun je last krijgen. Bovendien is het niet leuk om moeite te hebben in het spelen en dus ook minder goed te klinken.
Daarnaast wil je iemand je veel kan vertellen over muziek: stijlen, tradities, bekende musici en over muziek maken in de praktijk: optreden, samenspelen, opnemen, componeren. En vergeet het pedagogische aspect niet wat ook bij het vak muziekdocent hoort.