Als je adem maar goed zit

25 januari 2019

Over de beste soort van ademhaling en ademsteun bij het bespelen van een blaasinstrument bestaan veel verschillende verhalen. Hoe komt dat?

Misschien omdat het een ingewikkeld onderwerp betreft; je kunt oneindig veel ontdekken over de verschillende soorten en technieken ervan. Van technieken gebruikt door tai chi meesters tot boeddhistische monniken tot sporters en musici.

Blijkbaar gaat het niet altijd goed met dat ademen. Dat is in die zin apart omdat we het toch de gehele dag door doen; Wat is er aan de hand?

Adem is de schakel tussen lichaam en emotie. Wat je voelt heeft direct gevolg op je ademhaling én andersom. Stress zorgt voor een snellere ademhaling. Bij gapen is er ontspanning en een diepe en trage ademhaling.
Ieder lichaam is bovendien anders en heeft zijn eigen blokkades, spanning en krachten.

Waarom heeft dat invloed op de ademhaling? Ademen doe je toch met je longen?

Dat klopt inderdaad. Als de longen zich uitzetten stroomt er lucht naar binnen en wordt de zuurstof opgenomen. De longen kunnen zich echter alleen uitzetten door middel van de spieren eromheen.

Het middenrif is een grote platte koepelvormige spier die borst en buikholte scheidt. Het middenrif gaat omlaag bij de inademing en drukt de organen naar beneden waardoor buik, rug, borst en flanken uitzetten. De lucht stroomt hierdoor je longen in. Je organen krijgen hierdoor een natuurlijk massage. We noemen dit ook wel een lage ademhaling.

Ook je borstkas kun je uitzetten om daardoor de longen weer te laten uitzetten. Door borstkas omhoog te bewegen en/of door de tussenribspieren te gebruiken om de de borstkas opzij te laten uitzetten (en enigszins omhoog).

Je kunt ook je al deze spieren tegelijkertijd gebruiken; dus zowel je middenrif als je tussenribspieren. Maar de verhouding waarin je dat doet kan verschillend zijn. De één gebruikt voornamelijk borstkas en een beetje de buik en flanken. De volgende bijna alleen zijn buik enzovoorts.

Er zijn dus allerlei spieren om de longen heen die zorgen voor de beweging en deze zijn onder invloed van spanning in jouw lichaam. En dus ook van blokkades, stijfheid en van je houding. Ieder lichaam is sowieso anders.
Nu wordt het misschien al duidelijker waarom het niet zo makkelijk is de vinger op de zere plek te leggen bij problemen met de ademhaling.

Omdat ik zelf moeite had met een goede ademhaling, ben ik steeds meer gaan lezen en leren. Na allerlei methodes, lessen en verhalen ben ik van mening dat het goed is deze simpele pijlers te onthouden:

1. Adem met je hele lichaam

Ademen doe je in het ideale geval met je hele lichaam. Overal is de ‘rimpeling’ van de adem dan te voelen. Als er geen blokkades zijn kan alles meebewegen.

Dit is de heilige graal, ook ik zelf kan dat niet, maar het is toch goed om in gedachten te houden. Je wilt geen lichaamsdelen buitensluiten, zoals bijvoorbeeld je borstkas die niet mee zou mogen doen omdat het gevaar bestaat om te hoog te ademen.

In andere woorden: je hele romp dus zowel buik, rug, flanken als borstkas bewegen mee met de ademhaling (en de toppers onder ons voelen dat tot in hun tenen).
Als je alleen je buik beweegt betekent dat dus dat je slechts een gedeelte van je ademhaling benut. Als je alleen je borstkas beweegt idem, en helaas gebruik je dan waarschijnlijk helemaal niet je middenrif. Er is dan ook een minder economische uitwisseling van gassen, maar dat is nog een heel ander verhaal.

2. Hoe kun je je hele lichaam zoveel mogelijk laten meedoen met de ademhaling?

Doe alsof je van onderaf ademhaalt dus stel je je romp voor als een kolom die zich van onderaf vult met lucht. Het beste is je daarbij te focussen op je onderrug, bij je heiligbeen.

Het lastige is dat juist dit gebied stijf kan zijn en dan voel je je onderrug niet of nauwelijks uitzetten bij de inademing. Je buik is bijvoorbeeld veel gemakkelijker uit te zetten. Gebruik in dat geval de volgende oefeningen:

  • Ga zitten op een stoel en laat je helemaal voorover hangen. Observeer dan je ademhaling en let speciaal op de beweging in je rug.
  • Wat ook helpt is om helemaal uit te ademen tot je niet verder kunt op een ’tssss’. Je voelt je buikspieren zich aanspannen, en ga dan nog even door. Totdat ook je rug gaat ’trekken’. Let erop dat je rechtop blijft staan of zitten. Of strek je handen zover mogelijk in de lucht, dan voel je het nog beter. Als je echt niet verder kunt uitademen laat je los. En laat echt los dus ga absoluut níet je best doen om in te ademen. Let bij het loslaten op je onderrug en buik. Deze’vallen’ dan naar buiten toe.

Je ademt nu vanzelf in met gebruik van je middenrif en waarschijnlijk heb je ook je rug gebruikt.
Ook al is er weinig beweging de rug te voelen toch heb je resultaat want zowel onder- en bovenrug, buik, flanken én borstkas zetten nu uit. Focus je je bijvoorbeeld alleen op je buik, dan is dat niet het geval. Het is mogelijk alleen je buik te bewegen zonder dat je rug en borstkas meedoen.

Het punt is dat we het eigenlijk allemaal wel kunnen, maar we moeten er bewust van worden. Misschien niet eens bewust van hoe het allemaal werkt, als wel van hoe het voelt. En belangrijk is ook dat het prettig voelt, of gaat voelen.

In het volgende blog vertel ik over de werking van ademsteun.

Meer informatie over lessen, workshops en online cursus

Please follow and like us:
Floor Wittink

About the Author

Floor Wittink

Leave a Comment:

All fields with “*” are required

Leave a Comment:

All fields with “*” are required

Social media & sharing icons powered by UltimatelySocial